Agenda

Filter op artiest

I/II/III/IIII is een nieuwe theatrale installatie van performancekunstenaar Kris Verdonck. Naar analogie met een poppenkast transformeert hij de scène tot een ‘mensenkast’. Vier ‘identieke’ danseressen hangen als marionetten in een grote machine. Samen met hen ontwikkelde Verdonck een choreografie: een solo, een duet, een trio en een pas-de-quatre volgen elkaar op. Tijdens het werkproces zochten zij naar manieren waarop de danseressen een maximale vrijheid tegenover de machine konden verwerven. Die vrijheid kent echter vele grenzen: vroeg of laat stuurt de machine hen een door haar bepaalde richting uit. Van I naar II naar III naar IIII: leidt een groeiend aantal ‘marionetten’ tot meer chaos of tot meer orde in hun rangen? Primeren de gelijkenissen of juist de verschillen tussen de danseressen? De beelden die I/II/III/IIII oproept zijn verwarrend, veelgelaagd en dubbelzinnig: ze herinneren ons aan de witte vogels uit Het Zwanenmeer maar ook aan meegesleurde dierlijke karkassen, zwevende engelen, neerstortende mensenlijven en alles daartussenin.

Het Brussels collectief Irma Firma ging enkele weken met vijf boerderijdieren op stap naar zee. Als hedendaagse nomaden wandelden, sliepen en aten, kortom leefden ze samen met een koe, een schaap, een ezel, een kip en een hond. Hun ervaringen met de dierenstoet en hun ontmoetingen onderweg hebben ze verwerkt in een performance/voorstelling. Onderweg onderzochten ze de relatie tussen mens en dier.
Wie heeft het overleefd? Waar hebben ze geslapen? Wat hebben ze gegeten? En vooral, zou er tussen hen wederzijds respect zijn ontstaan? Misschien zelfs … liefde?

“Om een onberispelijk lid van een schaapskudde te zijn, moet men vóór alles een schaap zijn.” Albert Einstein

Specchi, twee variaties op “de vrouw in stukken gehakt” (“the woman cut into pieces”) – op de grens tussen dans en beeldende kunst – gaat over de deconstructie van de vrouwelijke vorm. Het is de bedoeling hier het mechanisme van de illusie te ontmantelen, te extrapoleren en bloot te leggen door op de scène expliciet het procédé ervan te tonen met spiegels die decouperen, ontwrichten, derealiseren en met kisten die bevatten, kaderen, absorberen.

« Wat mij interesseert is afgeknotte vormen te tonen, in verhouding tot het beeld en de compositie. De spiegel creëert lichtvormen, irreële vormen, buiten de onmiddellijke aanwezigheid van de lichamen. De kist is de tegenpool: omhulsels die een vermindering van beweging teweegbrengen in bas-reliëf ».
In de visuele afstand die zo geschapen wordt, ontstaat een specifieke emotieve spanning, een soort droste-effect, een trilling van het ‘scènische heden’. De vrouwelijke performers onderzoeken de blik van de toeschouwer op vrouwenlichamen: ze dagen de collectieve iconen uit waardoor ze een nieuwe poëtische taal creëren.

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

Waar, voorwaar, zijn de discrete charmes van de bourgeoisie gebleven? In hun enigmatisch klinkende ensemblestuk “Chuck Norris Doesn’t Sleep, He Waits…” nemen Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters elk om beurt de rol van de even decadent als cinematisch icoon waar. Centraal in hun draaiboek van even absurdistisch als streng gechoreografeerde tableaux vivants staat de filmische representatie van aristocratisch ennui.

In “Chuck Norris” dalen onze argeloze protagonisten af in een labyrintische onderwereld van archaïsche codes en ondoorzichtige rituelen; het enige licht aan het einde van deze eindeloos lopende tunnel is dat van ouderwetse, groteske horror: een hartelijk aanbevolen schouwspel van alledaagse verbijstering.

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

De man en de vrouw verkeren in een situatie van absolute wederzijdse afhankelijkheid. In tegenstelling tot de situatie in HEART zijn de man en de vrouw zichtbaar voor elkaar. Machines dwingen hen telkens weer bewegingen uit te voeren, waarbij zij onvermijdelijk een absoluut wederzijds vertrouwen moeten ontwikkelen. Zij zijn ‘aan elkaar overgeleverd’.

UITGANGSPUNT

1) een aantal aspecten van de eerder gerealiseerde installatie HEART : een man en een vrouw zijn met elkaar verbonden door een touw dat over een katrol loopt; de vrouw staat op de grond, de man bevindt zich op een verhoog; als de man naar beneden springt, wordt de vrouw door het touw omhoog getrokken en tegen een muur ge-smakt; de man is onzichtbaar voor de vrouw: zij ‘voelt’ wanneer hij gaat springen.

2) de structuur van de klassieke pas de deux, uit dit sterk gecodeerd materiaal worden enkele bewegingen gedistilleerd.

De Stills bestaan uit twee gigantische projecties: naakte en volumineuze menselijke figuren zitten gevangen in een veel te kleine ruimte. Af en toe maken ze minimale bewegingen, zoekend naar de meest comfortabele positie om hun hachelijke situatie vol te houden. Still I &II werd in september 2006 gecreëerd in opdracht van La Notte Bianca in Rome. De beelden werden daar geprojecteerd op een van de megalomane gevels van de EUR-wijk, een voorstad van Rome gebouwd door Mussolini. De noodsituatie waarin deze ondanks hun omvang zeer fragiele, naakte figuren zich bevinden, contrasteerde sterk met de zelfzekere, sociaal-realistische architectuur. In Brussel werd naar een locatie gezocht met een even imponerend en demagogisch karakter: die werd gevonden bovenaan de Kunstberg.

Specchi, twee variaties op “de vrouw in stukken gehakt” (“the woman cut into pieces”) – op de grens tussen dans en beeldende kunst – gaat over de deconstructie van de vrouwelijke vorm. Het is de bedoeling hier het mechanisme van de illusie te ontmantelen, te extrapoleren en bloot te leggen door op de scène expliciet het procédé ervan te tonen met spiegels die decouperen, ontwrichten, derealiseren en met kisten die bevatten, kaderen, absorberen.

« Wat mij interesseert is afgeknotte vormen te tonen, in verhouding tot het beeld en de compositie. De spiegel creëert lichtvormen, irreële vormen, buiten de onmiddellijke aanwezigheid van de lichamen. De kist is de tegenpool: omhulsels die een vermindering van beweging teweegbrengen in bas-reliëf ».
In de visuele afstand die zo geschapen wordt, ontstaat een specifieke emotieve spanning, een soort droste-effect, een trilling van het ‘scènische heden’. De vrouwelijke performers onderzoeken de blik van de toeschouwer op vrouwenlichamen: ze dagen de collectieve iconen uit waardoor ze een nieuwe poëtische taal creëren.

Op een bed van lange staven die op 4 cm afstand van elkaar staan neemt een performer plaats. Als een fakir ligt hij/zij op deze langgerekte nagels. Bovenaan deze staven zijn kleine micro’s aangebracht die een grotere steun geven aan het liggende lichaam en diens geluiden opvangen.

De performer kan -net als een fakir – zijn houding slechts waarmaken en volhouden als hij/zij een toestand van diepe meditatie kan bereiken. Meditatie veronderstelt een overgave waardoor we de energie, normaal gespendeerd aan het gevecht tegen de eigen gespletenheid, kunnen aanwenden voor de transformatie.

UITGANGSPUNT. DE MENSELIJKE BATTERIJ

Op 30 juni 2004 nam Microsoft onder de benaming ‘US Patent 6, 754,472’ een patent op het gebruik van menselijke energie. Het wordt omschreven als ‘ a method and apparatus for transmitting power and data using the human body (…), as a conductive medium over which power and/or data is distributed. The physical resistance offered by the human body could be used to create a virtual keyboard on a patch of skin. According to the patent, the intent is to reduce device redundancy for people carrying multiple devices, such as a phone, headset, handheld, and wristwatch that all include a speaker…

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

De Stills bestaan uit twee gigantische projecties: naakte en volumineuze menselijke figuren zitten gevangen in een veel te kleine ruimte. Af en toe maken ze minimale bewegingen, zoekend naar de meest comfortabele positie om hun hachelijke situatie vol te houden. Still I &II werd in september 2006 gecreëerd in opdracht van La Notte Bianca in Rome. De beelden werden daar geprojecteerd op een van de megalomane gevels van de EUR-wijk, een voorstad van Rome gebouwd door Mussolini. De noodsituatie waarin deze ondanks hun omvang zeer fragiele, naakte figuren zich bevinden, contrasteerde sterk met de zelfzekere, sociaal-realistische architectuur. In Brussel werd naar een locatie gezocht met een even imponerend en demagogisch karakter: die werd gevonden bovenaan de Kunstberg.

One Man Snow is een late night act waarin de entertainer wordt achtervolgd door een lang vervlogen verleden. Hij herbeleeft momenten van een andere showbizz carrière, dromen over een show die hij zelf had willen zien. Er zijn fantasieën en er is paranoia. Hij treedt binnen in de show van zijn absurdistische nachtmerries, achtervolgd door de geesten van het entertainment. Stiekem verwacht hij een bijzondere gast, hij verlangt naar het geluid van een big band, maar het enige wat hij krijgt is een vreemde nasmaak!
One Man Snow is een project van Hans Bryssinck en Christoph Hefti.

Manuela Rastaldi

Specchi

Festival ComplicitatsBarcelona, Spain

Specchi, twee variaties op “de vrouw in stukken gehakt” (“the woman cut into pieces”) – op de grens tussen dans en beeldende kunst – gaat over de deconstructie van de vrouwelijke vorm. Het is de bedoeling hier het mechanisme van de illusie te ontmantelen, te extrapoleren en bloot te leggen door op de scène expliciet het procédé ervan te tonen met spiegels die decouperen, ontwrichten, derealiseren en met kisten die bevatten, kaderen, absorberen.

« Wat mij interesseert is afgeknotte vormen te tonen, in verhouding tot het beeld en de compositie. De spiegel creëert lichtvormen, irreële vormen, buiten de onmiddellijke aanwezigheid van de lichamen. De kist is de tegenpool: omhulsels die een vermindering van beweging teweegbrengen in bas-reliëf ».
In de visuele afstand die zo geschapen wordt, ontstaat een specifieke emotieve spanning, een soort droste-effect, een trilling van het ‘scènische heden’. De vrouwelijke performers onderzoeken de blik van de toeschouwer op vrouwenlichamen: ze dagen de collectieve iconen uit waardoor ze een nieuwe poëtische taal creëren.

I/II/III/IIII is een nieuwe theatrale installatie van performancekunstenaar Kris Verdonck. Naar analogie met een poppenkast transformeert hij de scène tot een ‘mensenkast’. Vier ‘identieke’ danseressen hangen als marionetten in een grote machine. Samen met hen ontwikkelde Verdonck een choreografie: een solo, een duet, een trio en een pas-de-quatre volgen elkaar op. Tijdens het werkproces zochten zij naar manieren waarop de danseressen een maximale vrijheid tegenover de machine konden verwerven. Die vrijheid kent echter vele grenzen: vroeg of laat stuurt de machine hen een door haar bepaalde richting uit. Van I naar II naar III naar IIII: leidt een groeiend aantal ‘marionetten’ tot meer chaos of tot meer orde in hun rangen? Primeren de gelijkenissen of juist de verschillen tussen de danseressen? De beelden die I/II/III/IIII oproept zijn verwarrend, veelgelaagd en dubbelzinnig: ze herinneren ons aan de witte vogels uit Het Zwanenmeer maar ook aan meegesleurde dierlijke karkassen, zwevende engelen, neerstortende mensenlijven en alles daartussenin.

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

One Man Snow is een late night act waarin de entertainer wordt achtervolgd door een lang vervlogen verleden. Hij herbeleeft momenten van een andere showbizz carrière, dromen over een show die hij zelf had willen zien. Er zijn fantasieën en er is paranoia. Hij treedt binnen in de show van zijn absurdistische nachtmerries, achtervolgd door de geesten van het entertainment. Stiekem verwacht hij een bijzondere gast, hij verlangt naar het geluid van een big band, maar het enige wat hij krijgt is een vreemde nasmaak!
One Man Snow is een project van Hans Bryssinck en Christoph Hefti.

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

Waar, voorwaar, zijn de discrete charmes van de bourgeoisie gebleven? In hun enigmatisch klinkende ensemblestuk “Chuck Norris Doesn’t Sleep, He Waits…” nemen Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters elk om beurt de rol van de even decadent als cinematisch icoon waar. Centraal in hun draaiboek van even absurdistisch als streng gechoreografeerde tableaux vivants staat de filmische representatie van aristocratisch ennui.

In “Chuck Norris” dalen onze argeloze protagonisten af in een labyrintische onderwereld van archaïsche codes en ondoorzichtige rituelen; het enige licht aan het einde van deze eindeloos lopende tunnel is dat van ouderwetse, groteske horror: een hartelijk aanbevolen schouwspel van alledaagse verbijstering.

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

Waar, voorwaar, zijn de discrete charmes van de bourgeoisie gebleven? In hun enigmatisch klinkende ensemblestuk “Chuck Norris Doesn’t Sleep, He Waits…” nemen Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters elk om beurt de rol van de even decadent als cinematisch icoon waar. Centraal in hun draaiboek van even absurdistisch als streng gechoreografeerde tableaux vivants staat de filmische representatie van aristocratisch ennui.

In “Chuck Norris” dalen onze argeloze protagonisten af in een labyrintische onderwereld van archaïsche codes en ondoorzichtige rituelen; het enige licht aan het einde van deze eindeloos lopende tunnel is dat van ouderwetse, groteske horror: een hartelijk aanbevolen schouwspel van alledaagse verbijstering.

Het Brussels collectief Irma Firma ging enkele weken met vijf boerderijdieren op stap naar zee. Als hedendaagse nomaden wandelden, sliepen en aten, kortom leefden ze samen met een koe, een schaap, een ezel, een kip en een hond. Hun ervaringen met de dierenstoet en hun ontmoetingen onderweg hebben ze verwerkt in een performance/voorstelling. Onderweg onderzochten ze de relatie tussen mens en dier.
Wie heeft het overleefd? Waar hebben ze geslapen? Wat hebben ze gegeten? En vooral, zou er tussen hen wederzijds respect zijn ontstaan? Misschien zelfs … liefde?

“Om een onberispelijk lid van een schaapskudde te zijn, moet men vóór alles een schaap zijn.” Albert Einstein

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

Neverland is een video die de professionele Michael Jackson impersonator, Christophe Lesquesne (Christ’Of) in beeld brengt als Michael Jackson.

Christophe werd vrijwel toevallig een Jackson impersonator. Na een imitatie voor vrienden op een feestje begonnen de uitnodigingen binnen te komen. Toen tien jaar later de schandalen rond Jackson bekend raakten, bleef de telefoon weer stil. Hij verloor z'n origineel, dat stopte met produceren. Maar Christophe stopte zelf niet. Door zijn virtuoze imitaties werd Christophe een soort spookachtig lichaam, meer reëel dan Jackson zelf.Dit gegeven bracht Anros Zins-Browne ertoe om onderzoek te doen naar holografische projectoren. In NEVERLAND ziet...

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

De kunst van het vallen

Een wendbaar lichaam in de leegte, opgehangen in de lucht als het centrum van het universum. Onvolkomen vleugels die, even, de zwaartekracht overwinnen. Een triomfantelijke duik, voor de definitieve fatale omhelzing. Wat gaat er om in het hoofd van iemand die valt? In dat korte moment, in die eeuwigheid, tussen hemel en aarde? Forever Overhead is het choreografische debuut van Lisbeth Gruwez, die voordien opgemerkte prestaties neerzette in de producties van o.a. Jan Fabre, Sidi Larbi Cherkaoui en Jan Lauwers. Forever Overhead stelt het lichaam uit balans centraal. Het is een fysieke tekening over de kunst van het vallen.

Specchi, twee variaties op “de vrouw in stukken gehakt” (“the woman cut into pieces”) – op de grens tussen dans en beeldende kunst – gaat over de deconstructie van de vrouwelijke vorm. Het is de bedoeling hier het mechanisme van de illusie te ontmantelen, te extrapoleren en bloot te leggen door op de scène expliciet het procédé ervan te tonen met spiegels die decouperen, ontwrichten, derealiseren en met kisten die bevatten, kaderen, absorberen.

« Wat mij interesseert is afgeknotte vormen te tonen, in verhouding tot het beeld en de compositie. De spiegel creëert lichtvormen, irreële vormen, buiten de onmiddellijke aanwezigheid van de lichamen. De kist is de tegenpool: omhulsels die een vermindering van beweging teweegbrengen in bas-reliëf ».
In de visuele afstand die zo geschapen wordt, ontstaat een specifieke emotieve spanning, een soort droste-effect, een trilling van het ‘scènische heden’. De vrouwelijke performers onderzoeken de blik van de toeschouwer op vrouwenlichamen: ze dagen de collectieve iconen uit waardoor ze een nieuwe poëtische taal creëren.

In ‘HOW TO SURVIVE IN A CITY’ of ‘EETBAAR BRUSSEL’ kammen wij het grondgebied van de vijfhoek grondig uit op zoek naar al wat eetbaar is. Het publiek krijgt een handleiding over hoe smakelijk en voedzaam overleven in een grootstad kan met ingredïenten ons aangeboden door de stad zelf. Wat ligt er voor het rapen in Brussels’ ‘natuur’? Ingredïenten die we op onze zoektocht vonden worden besproken: ginko, eikels, viooltjes, zevenblad, duif, schors, schimmels, kakkerlakken, graan, … Waar vind je dezen? Hoe komen zij daar terecht en hoe bereid je ze om ze eetbaar en lekker te maken? Hoe conserveer je deze produkten? Een herboriste en bioloog nemen je mee uit wandelen met praktische kennis en verhalen. Daarna bereiden we een menu met de geplukte ingredïenten en sluiten we de happening af met een heerlijke maaltijd aan tafel.

Het accent in dit project ligt op de poëtische blik. Hoe kan je een alledaagse omgeving bekijken met nieuwe ogen? We schijnen een nieuw licht op de u welbekende en vertrouwde plekken en dingen des levens.

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

In END toont performancekunstenaar Kris Verdonck in tien taferelen de mogelijke eindfase van een menselijke samenleving. Smeltende gletsjers, brandende wouden, onder water gelopen steden, de alomtegenwoordigheid van schermen en camera’s die ons begluren, de ongecontroleerde aanwezigheid van massavernietigingswapens…

De beelden die de media dagelijks op ons netvlies projecteren zijn het vertrekpunt van END. De tien taferelen worden verbonden door de monoloog van één enkele figuur: de getuige die het allemaal ziet gebeuren. Terwijl de overlevende – zoals de bode in de Griekse tragedie – onophoudelijk praat, verschijnen er op de scène een reeks ‘Figuren’: machines én mensen of een combinatie van de twee. Ze bewegen zich van de ene kant van de scène naar de andere, allen in dezelfde richting. Zijn zij op de vlucht? En waarvoor?

In END toont performancekunstenaar Kris Verdonck in tien taferelen de mogelijke eindfase van een menselijke samenleving. Smeltende gletsjers, brandende wouden, onder water gelopen steden, de alomtegenwoordigheid van schermen en camera’s die ons begluren, de ongecontroleerde aanwezigheid van massavernietigingswapens…

De beelden die de media dagelijks op ons netvlies projecteren zijn het vertrekpunt van END. De tien taferelen worden verbonden door de monoloog van één enkele figuur: de getuige die het allemaal ziet gebeuren. Terwijl de overlevende – zoals de bode in de Griekse tragedie – onophoudelijk praat, verschijnen er op de scène een reeks ‘Figuren’: machines én mensen of een combinatie van de twee. Ze bewegen zich van de ene kant van de scène naar de andere, allen in dezelfde richting. Zijn zij op de vlucht? En waarvoor?

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

I/II/III/IIII is een nieuwe theatrale installatie van performancekunstenaar Kris Verdonck. Naar analogie met een poppenkast transformeert hij de scène tot een ‘mensenkast’. Vier ‘identieke’ danseressen hangen als marionetten in een grote machine. Samen met hen ontwikkelde Verdonck een choreografie: een solo, een duet, een trio en een pas-de-quatre volgen elkaar op. Tijdens het werkproces zochten zij naar manieren waarop de danseressen een maximale vrijheid tegenover de machine konden verwerven. Die vrijheid kent echter vele grenzen: vroeg of laat stuurt de machine hen een door haar bepaalde richting uit. Van I naar II naar III naar IIII: leidt een groeiend aantal ‘marionetten’ tot meer chaos of tot meer orde in hun rangen? Primeren de gelijkenissen of juist de verschillen tussen de danseressen? De beelden die I/II/III/IIII oproept zijn verwarrend, veelgelaagd en dubbelzinnig: ze herinneren ons aan de witte vogels uit Het Zwanenmeer maar ook aan meegesleurde dierlijke karkassen, zwevende engelen, neerstortende mensenlijven en alles daartussenin.

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

Hans Bryssinck nodigde Werner Hirsch uit om op basis van found footage en biografisch beeldmateriaal een reeks foto’s in scène zetten. In die foto’s willen ze spelen met toeval en met het gegeven zich ergens tussenin te bevinden. Werner zal zich werkelijk tussen alles in bevinden: ergens even tussendoor, maar ook tussen twee vuren en tussen het kastje en de muur. Hier eens toont hij het echte toeval, terwijl hij daar weer een andere toevalligheid in scène zet. In het toonmoment waarmee ze hun werkperiode afsluiten, zal Werner de verwarring over wat echt, wat toevallig en wat fictie is alleen maar doen toenemen!

Waar, voorwaar, zijn de discrete charmes van de bourgeoisie gebleven? In hun enigmatisch klinkende ensemblestuk “Chuck Norris Doesn’t Sleep, He Waits…” nemen Danai Anesiadou, Hans Bryssinck en Diederik Peeters elk om beurt de rol van de even decadent als cinematisch icoon waar. Centraal in hun draaiboek van even absurdistisch als streng gechoreografeerde tableaux vivants staat de filmische representatie van aristocratisch ennui.

In “Chuck Norris” dalen onze argeloze protagonisten af in een labyrintische onderwereld van archaïsche codes en ondoorzichtige rituelen; het enige licht aan het einde van deze eindeloos lopende tunnel is dat van ouderwetse, groteske horror: een hartelijk aanbevolen schouwspel van alledaagse verbijstering.

De man en de vrouw verkeren in een situatie van absolute wederzijdse afhankelijkheid. In tegenstelling tot de situatie in HEART zijn de man en de vrouw zichtbaar voor elkaar. Machines dwingen hen telkens weer bewegingen uit te voeren, waarbij zij onvermijdelijk een absoluut wederzijds vertrouwen moeten ontwikkelen. Zij zijn ‘aan elkaar overgeleverd’.

UITGANGSPUNT

1) een aantal aspecten van de eerder gerealiseerde installatie HEART : een man en een vrouw zijn met elkaar verbonden door een touw dat over een katrol loopt; de vrouw staat op de grond, de man bevindt zich op een verhoog; als de man naar beneden springt, wordt de vrouw door het touw omhoog getrokken en tegen een muur ge-smakt; de man is onzichtbaar voor de vrouw: zij ‘voelt’ wanneer hij gaat springen.

2) de structuur van de klassieke pas de deux, uit dit sterk gecodeerd materiaal worden enkele bewegingen gedistilleerd.

Some stories are treason, some are dreamy, some are brutal, some are too funny to believe, some are too painful to tell straight, some are magical and others are poorly made, some might be the honest truth, and some are beautiful but hard to remember. A narrative is a slippery thing.
Kate McIntosh werkte met vijf schrijvers samen voor de tekst van haar nieuwe performance LOOSE PROMISE. Ze gaf alle schrijvers dezelfde narratieve ingrediënten om van te vertrekken, maar vroeg elke schrijver zijn eigen versie van het verhaal te schrijven. Het resultaat is een verzameling van mooie, moeilijke en meeslepende vertellingen. De verhalen zijn met elkaar verbonden door hun gemeenschappelijke oorsprong, maar gaan heel verschillende en verrassende richtingen uit. De overlappende vertellingen in LOOSE PROMISE creëren werelden die weerklinken in elkaar, maar toch ook niet samen kunnen bestaan. Ondertussen onderzoekt de performance, ontstaan door deze fascinatie van de complexiteit van verhalen, onze drang om ze te blijven maken en verteren…

Op scène legt de solo performer deze vertellingen terug samen. Ze laat de gebeurtenissen die ze vertelt in haar lichaam verblijven en ze gebruikt beeld, bewegingen en objecten om fragmenten van de verhalen die ze vertelt tot leven te brengen. De verschillende versies en try-outs stapelen zich op op scène, al naargelang de verhalen zelf opeenhopen en balanceren in onwaarschijnlijke combinaties. In LOOSE PROMISE bestaat het werk zowel uit het vertellen van als het luisteren naar een verhaal - het aangename werk van woorden, en...

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

I/II/III/IIII is een nieuwe theatrale installatie van performancekunstenaar Kris Verdonck. Naar analogie met een poppenkast transformeert hij de scène tot een ‘mensenkast’. Vier ‘identieke’ danseressen hangen als marionetten in een grote machine. Samen met hen ontwikkelde Verdonck een choreografie: een solo, een duet, een trio en een pas-de-quatre volgen elkaar op. Tijdens het werkproces zochten zij naar manieren waarop de danseressen een maximale vrijheid tegenover de machine konden verwerven. Die vrijheid kent echter vele grenzen: vroeg of laat stuurt de machine hen een door haar bepaalde richting uit. Van I naar II naar III naar IIII: leidt een groeiend aantal ‘marionetten’ tot meer chaos of tot meer orde in hun rangen? Primeren de gelijkenissen of juist de verschillen tussen de danseressen? De beelden die I/II/III/IIII oproept zijn verwarrend, veelgelaagd en dubbelzinnig: ze herinneren ons aan de witte vogels uit Het Zwanenmeer maar ook aan meegesleurde dierlijke karkassen, zwevende engelen, neerstortende mensenlijven en alles daartussenin.

In END toont performancekunstenaar Kris Verdonck in tien taferelen de mogelijke eindfase van een menselijke samenleving. Smeltende gletsjers, brandende wouden, onder water gelopen steden, de alomtegenwoordigheid van schermen en camera’s die ons begluren, de ongecontroleerde aanwezigheid van massavernietigingswapens…

De beelden die de media dagelijks op ons netvlies projecteren zijn het vertrekpunt van END. De tien taferelen worden verbonden door de monoloog van één enkele figuur: de getuige die het allemaal ziet gebeuren. Terwijl de overlevende – zoals de bode in de Griekse tragedie – onophoudelijk praat, verschijnen er op de scène een reeks ‘Figuren’: machines én mensen of een combinatie van de twee. Ze bewegen zich van de ene kant van de scène naar de andere, allen in dezelfde richting. Zijn zij op de vlucht? En waarvoor?

I/II/III/IIII is een nieuwe theatrale installatie van performancekunstenaar Kris Verdonck. Naar analogie met een poppenkast transformeert hij de scène tot een ‘mensenkast’. Vier ‘identieke’ danseressen hangen als marionetten in een grote machine. Samen met hen ontwikkelde Verdonck een choreografie: een solo, een duet, een trio en een pas-de-quatre volgen elkaar op. Tijdens het werkproces zochten zij naar manieren waarop de danseressen een maximale vrijheid tegenover de machine konden verwerven. Die vrijheid kent echter vele grenzen: vroeg of laat stuurt de machine hen een door haar bepaalde richting uit. Van I naar II naar III naar IIII: leidt een groeiend aantal ‘marionetten’ tot meer chaos of tot meer orde in hun rangen? Primeren de gelijkenissen of juist de verschillen tussen de danseressen? De beelden die I/II/III/IIII oproept zijn verwarrend, veelgelaagd en dubbelzinnig: ze herinneren ons aan de witte vogels uit Het Zwanenmeer maar ook aan meegesleurde dierlijke karkassen, zwevende engelen, neerstortende mensenlijven en alles daartussenin.

Irma Firma

Cortegemanege: a small walk with giants

Onze Lieve Vrouw van Finisterrae kerkBrussels, Belgium

‘A small walk with giants’ kadert in het project ‘cortegemanege’ waarin multidisciplinaire kunstenaars experimenteren vanuit de fascinatie voor traditionele parades. Een belangrijk aspect is zijn publieke karakter en het wandelen; we gaan telkens van a naar b met een groep mensen. Deze keer werken we met ‘echte’ reuzen, mensen van min 2m15 lang. Zal de stad groot genoeg zijn voor deze mensen?

Irma Firma

Salle des pas perdus

Onze Lieve Vrouw van Finisterrae kerkBrussels, Belgium

Salle des pas perdus is een project waarin we een onderzoek voeren naar bewegen in de stad, vanuit de ervaring van mensen die zich niet kunnen veroorloven zich op een spontane wijze te verplaatsen, mn de “sans papiers”. Het resultaat is een performance dat getoond wordt in de openbare ruimte, in de Nieuwstraat en rond het Brouckèreplein te Brussel, een plek waar veel mensen uit verschillende culturen, met verschillende ‘gedragingen’ samen zijn, een ultieme uitdaging om fysieke grenzen af te tasten. De toevallige passant is een belangrijk aspect van deze performance.

Net zoals het wandelen de meest basale van de bewegingen is, is het hebben van papieren de meest basale maatschappelijke levensvoorwaarde. Het niet hebben van papieren werpt obstakels op je weg. Dat bepaalt de wandeling die je tekent, het parcours dat je aflegt.
We werken vanuit de ervaring die dansers zonder papieren hebben met ‘bewegen’ of ‘niet kunnen bewegen’, zowel vanuit de professionele praktijk als vanuit hun privéleven.
We onderzoeken hoe deze mensen zich vandaag bewegen in de stad en hoe ze dat beleven. Gaan ze doelloos of doelbewust? Zullen ze blijven stilstaan of weglopen? Hebben ze vaste patronen? Kunnen die in kaart gebracht worden en wat zijn de oorzaken van deze patronen? Welke remmingen beleven ze? Welke risico’s lopen ze? Zijn er plaatsen die ze mijden? Hoe zouden ze willen bewegen? Zit er vooruitgang in? Of tollen ze rond in een vicieuze cirkel?
„I’ve been long enough here to know the system and to fish myself through. It was almost easier to be at that time without papers, because they ask you so many questions, they need so much papers, when you are in fact‚ sans papiers. If I didn’t cry, I saw somebody else cry. And if I didn’t cry and if somebody else didn’t cry, I saw someone else totaly losing it. They are aliens, they are actually aliens.”
Fragment uit interview met Lisa Gunstone, danser.

“Since one easily outstays one’s welcome – whether as a tourist, a guest worker, or after the graduation in the case of the student – a considerable portion of the “international” dance scene is, consequently, living and working in Belgium illegally.” Nasr Hafez in Janus 21_II_47

Alix Eynaudi + Agata Maszkiewicz

The visitants

A sensual discovery of the world by two alien girls and some strange encounters…
“Het lichaam is het fysieke luik van de persoonlijkheid en beweging is de zichtbaar gemaakte persoonlijkheid”, aldus Starks Whitehouse die in de jaren 50 de ‘Authentic Movement’ praktijk ontwikkelde.

The Visitants laat u op een ludieke manier getuige zijn van de 'inner journey' van de performers, terwijl ze hun diepste zieleroerselen te grabbel gooien. Kijken door de lens van 'zelf-ontwikkeling' theorieën en praktijken, waarbij je als toeschouwer in de film The Visitants getuige bent van de innerlijke reis van twee performers, die een intieme ervaring blootstellen (authentieke beweging) aan het publiek en het primaire doel van de de techniek verdraaien tot een performance techniek. In deze film werd een therapeutische praktijk...

Irma Firma

Cortegemanege: a small walk with giants

Roof of Parking 58Brussels, Belgium

‘A small walk with giants’ kadert in het project ‘cortegemanege’ waarin multidisciplinaire kunstenaars experimenteren vanuit de fascinatie voor traditionele parades. Een belangrijk aspect is zijn publieke karakter en het wandelen; we gaan telkens van a naar b met een groep mensen. Deze keer werken we met ‘echte’ reuzen, mensen van min 2m15 lang. Zal de stad groot genoeg zijn voor deze mensen?

Irma Firma

Salle des pas perdus

Roof of Parking 58Brussels, Belgium

Salle des pas perdus is een project waarin we een onderzoek voeren naar bewegen in de stad, vanuit de ervaring van mensen die zich niet kunnen veroorloven zich op een spontane wijze te verplaatsen, mn de “sans papiers”. Het resultaat is een performance dat getoond wordt in de openbare ruimte, in de Nieuwstraat en rond het Brouckèreplein te Brussel, een plek waar veel mensen uit verschillende culturen, met verschillende ‘gedragingen’ samen zijn, een ultieme uitdaging om fysieke grenzen af te tasten. De toevallige passant is een belangrijk aspect van deze performance.

Net zoals het wandelen de meest basale van de bewegingen is, is het hebben van papieren de meest basale maatschappelijke levensvoorwaarde. Het niet hebben van papieren werpt obstakels op je weg. Dat bepaalt de wandeling die je tekent, het parcours dat je aflegt.
We werken vanuit de ervaring die dansers zonder papieren hebben met ‘bewegen’ of ‘niet kunnen bewegen’, zowel vanuit de professionele praktijk als vanuit hun privéleven.
We onderzoeken hoe deze mensen zich vandaag bewegen in de stad en hoe ze dat beleven. Gaan ze doelloos of doelbewust? Zullen ze blijven stilstaan of weglopen? Hebben ze vaste patronen? Kunnen die in kaart gebracht worden en wat zijn de oorzaken van deze patronen? Welke remmingen beleven ze? Welke risico’s lopen ze? Zijn er plaatsen die ze mijden? Hoe zouden ze willen bewegen? Zit er vooruitgang in? Of tollen ze rond in een vicieuze cirkel?
„I’ve been long enough here to know the system and to fish myself through. It was almost easier to be at that time without papers, because they ask you so many questions, they need so much papers, when you are in fact‚ sans papiers. If I didn’t cry, I saw somebody else cry. And if I didn’t cry and if somebody else didn’t cry, I saw someone else totaly losing it. They are aliens, they are actually aliens.”
Fragment uit interview met Lisa Gunstone, danser.

“Since one easily outstays one’s welcome – whether as a tourist, a guest worker, or after the graduation in the case of the student – a considerable portion of the “international” dance scene is, consequently, living and working in Belgium illegally.” Nasr Hafez in Janus 21_II_47

In END toont performancekunstenaar Kris Verdonck in tien taferelen de mogelijke eindfase van een menselijke samenleving. Smeltende gletsjers, brandende wouden, onder water gelopen steden, de alomtegenwoordigheid van schermen en camera’s die ons begluren, de ongecontroleerde aanwezigheid van massavernietigingswapens…

De beelden die de media dagelijks op ons netvlies projecteren zijn het vertrekpunt van END. De tien taferelen worden verbonden door de monoloog van één enkele figuur: de getuige die het allemaal ziet gebeuren. Terwijl de overlevende – zoals de bode in de Griekse tragedie – onophoudelijk praat, verschijnen er op de scène een reeks ‘Figuren’: machines én mensen of een combinatie van de twee. Ze bewegen zich van de ene kant van de scène naar de andere, allen in dezelfde richting. Zijn zij op de vlucht? En waarvoor?

I/II/III/IIII is een nieuwe theatrale installatie van performancekunstenaar Kris Verdonck. Naar analogie met een poppenkast transformeert hij de scène tot een ‘mensenkast’. Vier ‘identieke’ danseressen hangen als marionetten in een grote machine. Samen met hen ontwikkelde Verdonck een choreografie: een solo, een duet, een trio en een pas-de-quatre volgen elkaar op. Tijdens het werkproces zochten zij naar manieren waarop de danseressen een maximale vrijheid tegenover de machine konden verwerven. Die vrijheid kent echter vele grenzen: vroeg of laat stuurt de machine hen een door haar bepaalde richting uit. Van I naar II naar III naar IIII: leidt een groeiend aantal ‘marionetten’ tot meer chaos of tot meer orde in hun rangen? Primeren de gelijkenissen of juist de verschillen tussen de danseressen? De beelden die I/II/III/IIII oproept zijn verwarrend, veelgelaagd en dubbelzinnig: ze herinneren ons aan de witte vogels uit Het Zwanenmeer maar ook aan meegesleurde dierlijke karkassen, zwevende engelen, neerstortende mensenlijven en alles daartussenin.

All natural zapt van stand-up comedy naar ingestudeerde Las Vegas-danspasjes. De showgirl lijkt na een maand ronddolen in het woud te voorschijn te komen aan de rand van het bos; ze ziet er onder die modder een beetje slordig uit, meer dier dan mens eigenlijk – haar excuses, beloftes en uitbarstingen doorsijpelen en vervormen mekaar.
All natural ontstond door research naar de steeds verder afbrokkelende mythe van de natuurlijkheid – en naar onze hunker ernaar, atijd en overal, of we nu op zoek zijn naar voedsel of naar een persoonlijkheid.
All natural eindigt in twijfel aan de waarachtigheid van het podium in het bijzonder en sociaal contact in het algemeen.
Alsof onze instincten, door ze diep te begraven en waar mogelijk scheef te trekken, zouden te vertrouwen zijn om onze problemen op te lossen.

‘Ik heb een instinct voor falen, ik ruik dat het eraan komt. Heel natuurlijk, allemaal. O ja, ik begin het nu heel goed te ruiken…’

Een slijpschijf met een grote stalen L hangt los aan het plafond. Wanneer de schijf begint te draaien, zwaait de L in het wilde weg rond. De motor verbrandt zichzelf maar blijft zoeken naar een evenwicht, naar een manier om ondanks de vreemde situatie te functioneren. Dit zoeken gaat voorbij aan de functie van de machine, die de allures krijgt van de klassieke held in nood. De onhoudbaarheid wordt door zijn beweging alleen maar vergroot.

Some stories are treason, some are dreamy, some are brutal, some are too funny to believe, some are too painful to tell straight, some are magical and others are poorly made, some might be the honest truth, and some are beautiful but hard to remember. A narrative is a slippery thing.
Kate McIntosh werkte met vijf schrijvers samen voor de tekst van haar nieuwe performance LOOSE PROMISE. Ze gaf alle schrijvers dezelfde narratieve ingrediënten om van te vertrekken, maar vroeg elke schrijver zijn eigen versie van het verhaal te schrijven. Het resultaat is een verzameling van mooie, moeilijke en meeslepende vertellingen. De verhalen zijn met elkaar verbonden door hun gemeenschappelijke oorsprong, maar gaan heel verschillende en verrassende richtingen uit. De overlappende vertellingen in LOOSE PROMISE creëren werelden die weerklinken in elkaar, maar toch ook niet samen kunnen bestaan. Ondertussen onderzoekt de performance, ontstaan door deze fascinatie van de complexiteit van verhalen, onze drang om ze te blijven maken en verteren…

Op scène legt de solo performer deze vertellingen terug samen. Ze laat de gebeurtenissen die ze vertelt in haar lichaam verblijven en ze gebruikt beeld, bewegingen en objecten om fragmenten van de verhalen die ze vertelt tot leven te brengen. De verschillende versies en try-outs stapelen zich op op scène, al naargelang de verhalen zelf opeenhopen en balanceren in onwaarschijnlijke combinaties. In LOOSE PROMISE bestaat het werk zowel uit het vertellen van als het luisteren naar een verhaal - het aangename werk van woorden, en...

Exploding lights, smoking dance.
Or a multitude of vertigos.

You are by turns put in the light, enchanted and strangely taken over. You are a spectator. You are in front of a conventional performance space: a naked, black box. 'she isn't there'. Little by little, the space gets filled, passed through by luminous and resounding air. It agitates you, it touches you, you slip into it. A dancer appears, she shows you her dance, she drags you along in her world, she delights you, you see her thinking, almost talking, letting go...until she disappears in the smoke. Then, a voice arises from the deepest...

Video Installatie
Tijdens een zomerbijeenkomst bedachten Kate McIntosh en Eva Meyer-Keller een spel. Zich verplaatsend door de stad, van binnen naar buiten, construeerden ze kleine installaties op locaties. Ze speelden een ping-pong van beelden met elkaar – elke actie daagde de ander uit tot een antwoord. Het resultaat is een verzameling van korte acties en onwaarschijnlijke installaties – een groeiend inventaris van de wereld die immer uitdijt door moedwillige ‘verplaatsingen’ van de dingen die er zich bevinden. Het project is eindeloos. Er zit een volharding en nieuwsgierigheid in deze catalogus van kleine destructies, vallen, decoraties, en reparaties – er is een interne logica die enkel kan gelezen worden als ‘dingen op de verkeerde plaats zetten’ en die toch voldoet aan een bepaalde nieuwsgierigheid, een aantal wensen, vooraleer snel over te gaan naar de volgende. De herschikkingen zijn subversieve, cryptische, en soms mysterieuze verhuizingen van banale materialen in dagelijks omgevingen. Elk beeld is een fragment in een vooruitgaande, groeiende wereldvisie, een praktisch onderzoek van wat-kan-naar-waar-gaan en wat er kan gebeuren als een ‘object’ een ander ontmoet.

This collaboration was the first stage of the FlashPoint project – a series of meetings in which Kate invites each time a different artist for a short collaboration.

Zijn ogen zijn opengesperd, zijn mond staat open en zijn vleugels zijn uitgeslagen. De engel van de geschiedenis moet er zo uitzien. Hij heeft het gelaat naar het verleden gewend. Waar ons een aaneenschakeling van gebeurtenissen verschijnt, daar ziet hij één grote catastrofe die onophoudelijk puin op puin stapelt en deze hem voor de voeten slingert. Hij zou wel willen blijven, de doden wekken en het uiteengeslagene samenvoegen. Maar vanuit het paradijs waait een storm die in zijn vleugels vlijft hangen en zo sterk is dat de engel zijn vleugels niet meer kan sluiten. Deze storm drijft hem onweerstaanbaar naar de toekomst, die hij de rug toekeert, terwijl de puinhopen voor hem ten hemel rijzen. Dat wat wij de vooruitgang noemen, is deze storm. (Walter Benjamin, Angelus Novus)

A sensual discovery of the world by two alien girls and some strange encounters…
“Het lichaam is het fysieke luik van de persoonlijkheid en beweging is de zichtbaar gemaakte persoonlijkheid”, aldus Starks Whitehouse die in de jaren 50 de ‘Authentic Movement’ praktijk ontwikkelde.

The Visitants laat u op een ludieke manier getuige zijn van de 'inner journey' van de performers, terwijl ze hun diepste zieleroerselen te grabbel gooien. Kijken door de lens van 'zelf-ontwikkeling' theorieën en praktijken, waarbij je als toeschouwer in de film The Visitants getuige bent van de innerlijke reis van twee performers, die een intieme ervaring blootstellen (authentieke beweging) aan het publiek en het primaire doel van de de techniek verdraaien tot een performance techniek. In deze film werd een therapeutische praktijk...

Alix Eynaudi + Agata Maszkiewicz

The visitants

A sensual discovery of the world by two alien girls and some strange encounters…
“Het lichaam is het fysieke luik van de persoonlijkheid en beweging is de zichtbaar gemaakte persoonlijkheid”, aldus Starks Whitehouse die in de jaren 50 de ‘Authentic Movement’ praktijk ontwikkelde.

The Visitants laat u op een ludieke manier getuige zijn van de 'inner journey' van de performers, terwijl ze hun diepste zieleroerselen te grabbel gooien. Kijken door de lens van 'zelf-ontwikkeling' theorieën en praktijken, waarbij je als toeschouwer in de film The Visitants getuige bent van de innerlijke reis van twee performers, die een intieme ervaring blootstellen (authentieke beweging) aan het publiek en het primaire doel van de de techniek verdraaien tot een performance techniek. In deze film werd een therapeutische praktijk...

Leentje Vandenbussche

Expo

vierkante meter

Hoe een brein werkt. Een kunstenaar zijn taal zoekt. Een ambacht een middel wordt. Een mens probeert te begrijpen.

De onderzoeksmethode van Leentje Vandenbussche leunt aan de waanzin. Aan de hand van verschillende monnikenwerken zocht ze naar een houvast in de weidse onderwerpen alles en niets. Gedragen (/onderworpen) door een isolaat, monotoom ritme leveren haar onderzoekstudies intrigerende resultaten.

Het menselijke lichaam is een machine vol dierlijke reflexen en signalen. Onze geest drijft dat prachtige instrument aan, maar wat drijft onze geest? BIRTH of PREY observeert de routines, rituelen en de lichaamstaal tussen roofdier en prooi.
Wie is wat, wanneer en waarom? Welk effect hebben onze instincten op ons lichaam? Hoe afhankelijk zijn we van onze driften en (hoe lang) kunnen we ze de baas? BIRTH of PREY, een circulair ritueel dat vorm geeft aan die wisselwerking tussen de rationele opdracht en de metafysische emotie. De constante metamorfose van het wezen.

In END toont performancekunstenaar Kris Verdonck in tien taferelen de mogelijke eindfase van een menselijke samenleving. Smeltende gletsjers, brandende wouden, onder water gelopen steden, de alomtegenwoordigheid van schermen en camera’s die ons begluren, de ongecontroleerde aanwezigheid van massavernietigingswapens…

De beelden die de media dagelijks op ons netvlies projecteren zijn het vertrekpunt van END. De tien taferelen worden verbonden door de monoloog van één enkele figuur: de getuige die het allemaal ziet gebeuren. Terwijl de overlevende – zoals de bode in de Griekse tragedie – onophoudelijk praat, verschijnen er op de scène een reeks ‘Figuren’: machines én mensen of een combinatie van de twee. Ze bewegen zich van de ene kant van de scène naar de andere, allen in dezelfde richting. Zijn zij op de vlucht? En waarvoor?

In Safety Instructions houdt Hans Bryssinck toespraken waarin hij iets waarachtigs probeert te zeggen. Uit angst om de waarheid uit te spreken en uit angst voor eenzaamheid, nodigt hij telkens een gast uit met een object of een machine die betrekking heeft op hen. Dit kan variëren van bikers (moto), fietsers (fiets) en groenwerkers (kettingzaag) tot huisvrouwen/-mannen (stofzuiger). De dynamiek die ontstaat tussen de speech en de gast met zijn machine beschrijft de moeilijkheid om het over de waarheid te hebben.

Het zijn korte en spontane performances die aangepast worden aan de context. De ruimte, de gasten en de inhoud van de toespraak kan variëren.

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.

Het menselijke lichaam is een machine vol dierlijke reflexen en signalen. Onze geest drijft dat prachtige instrument aan, maar wat drijft onze geest? BIRTH of PREY observeert de routines, rituelen en de lichaamstaal tussen roofdier en prooi.
Wie is wat, wanneer en waarom? Welk effect hebben onze instincten op ons lichaam? Hoe afhankelijk zijn we van onze driften en (hoe lang) kunnen we ze de baas? BIRTH of PREY, een circulair ritueel dat vorm geeft aan die wisselwerking tussen de rationele opdracht en de metafysische emotie. De constante metamorfose van het wezen.

In END toont performancekunstenaar Kris Verdonck in tien taferelen de mogelijke eindfase van een menselijke samenleving. Smeltende gletsjers, brandende wouden, onder water gelopen steden, de alomtegenwoordigheid van schermen en camera’s die ons begluren, de ongecontroleerde aanwezigheid van massavernietigingswapens…

De beelden die de media dagelijks op ons netvlies projecteren zijn het vertrekpunt van END. De tien taferelen worden verbonden door de monoloog van één enkele figuur: de getuige die het allemaal ziet gebeuren. Terwijl de overlevende – zoals de bode in de Griekse tragedie – onophoudelijk praat, verschijnen er op de scène een reeks ‘Figuren’: machines én mensen of een combinatie van de twee. Ze bewegen zich van de ene kant van de scène naar de andere, allen in dezelfde richting. Zijn zij op de vlucht? En waarvoor?

Video Installatie
Tijdens een zomerbijeenkomst bedachten Kate McIntosh en Eva Meyer-Keller een spel. Zich verplaatsend door de stad, van binnen naar buiten, construeerden ze kleine installaties op locaties. Ze speelden een ping-pong van beelden met elkaar – elke actie daagde de ander uit tot een antwoord. Het resultaat is een verzameling van korte acties en onwaarschijnlijke installaties – een groeiend inventaris van de wereld die immer uitdijt door moedwillige ‘verplaatsingen’ van de dingen die er zich bevinden. Het project is eindeloos. Er zit een volharding en nieuwsgierigheid in deze catalogus van kleine destructies, vallen, decoraties, en reparaties – er is een interne logica die enkel kan gelezen worden als ‘dingen op de verkeerde plaats zetten’ en die toch voldoet aan een bepaalde nieuwsgierigheid, een aantal wensen, vooraleer snel over te gaan naar de volgende. De herschikkingen zijn subversieve, cryptische, en soms mysterieuze verhuizingen van banale materialen in dagelijks omgevingen. Elk beeld is een fragment in een vooruitgaande, groeiende wereldvisie, een praktisch onderzoek van wat-kan-naar-waar-gaan en wat er kan gebeuren als een ‘object’ een ander ontmoet.

This collaboration was the first stage of the FlashPoint project – a series of meetings in which Kate invites each time a different artist for a short collaboration.

Het menselijke lichaam is een machine vol dierlijke reflexen en signalen. Onze geest drijft dat prachtige instrument aan, maar wat drijft onze geest? BIRTH of PREY observeert de routines, rituelen en de lichaamstaal tussen roofdier en prooi.
Wie is wat, wanneer en waarom? Welk effect hebben onze instincten op ons lichaam? Hoe afhankelijk zijn we van onze driften en (hoe lang) kunnen we ze de baas? BIRTH of PREY, een circulair ritueel dat vorm geeft aan die wisselwerking tussen de rationele opdracht en de metafysische emotie. De constante metamorfose van het wezen.

Het menselijke lichaam is een machine vol dierlijke reflexen en signalen. Onze geest drijft dat prachtige instrument aan, maar wat drijft onze geest? BIRTH of PREY observeert de routines, rituelen en de lichaamstaal tussen roofdier en prooi.
Wie is wat, wanneer en waarom? Welk effect hebben onze instincten op ons lichaam? Hoe afhankelijk zijn we van onze driften en (hoe lang) kunnen we ze de baas? BIRTH of PREY, een circulair ritueel dat vorm geeft aan die wisselwerking tussen de rationele opdracht en de metafysische emotie. De constante metamorfose van het wezen.

LOOM is een choreografisch stuk voor vier vrouwelijke vertolksters. En/of een video-installatie. LOOM stelt de verschijning/verdwijning van het lichaam in vraag en brengt een geleidelijke blootstelling ervan: van de amper zichtbare schaduw tot de bezetting van heel de voorstellingsruimte door de beweging. Duur van het stuk: 30 minuten En/of presentatie in loops van de video-installatie. "LOOM" laat drie grote 'dozen' zien die gemaakt zijn van honderden meters reklint gespannen op metalen structuren en waarin de danseressen zijn...

In How do you like my landscape herdefiniëren Manah Depauw en Bernard Van Eeghem met een scherpe verbeelding de plaats van het menselijk lichaam – ten prooi aan puritanisme en politieke correctheid – in onze maatschappij. Door middel van kleine manipulaties – onthutsend door hun eenvoud – decontextualiseren Depauw en Van Eeghem het menselijk lichaam en plaatsen het daar waar men het niet verwacht. Het ‘spektakel’ in vier episodes speelt zich af rond een landschap waar de ogenschijnlijke kalmte schrikwekkende beesten verbergt die in staat zijn verlangens wakker te maken die we liever verborgen zouden houden. Het publiek volgt doorheen de vier episodes een wereld die transformeert en zich ontwikkelt.