Roberta DC

Over

Barbara Mavro Thalassitis (België/Frankrijk)

Na een klassieke dansopleiding, begint ze in 1986 met theater aan het Nationaal Theater in Marseille onder begeleiding van Jean-Pierre Raffaelli. Van 1988-1999 werkt ze als actrice met verschillende regisseurs waaronder : Jean-Pierre Raffaelli, Robert Cordier, Xavier Duringer, Andonis Vouyoucas, Françoise Chatôt en Marc Baylet.
Vanaf 1988 beoefent ze de lyrische zang (klassiek en hedendaags repertoire) bij Irène Jarski (zangeres en zanglerares, lid van het IRCAM en onderzoekster aan CNRS). Gedurende vier jaar volgt ze haar ateliers in Parijs. Vervolgens wordt ze toehoordster aan het CNIPAL in Marseille (school voor opera kunst) in de klas van Jean-Pierre Blivet.
In 1994 creëert ze haar eigen gezelschap in Parijs : le troupeau en regisseert Perverses variations (naar perversité sexuelle à Chicago van David Mamet.)
Vanaf 1992 herneemt ze hedendaagse dansopleidingen in Parijs bij Peter Goss en in la Ménagerie de Verre, in New York aan het Limon Institute en Mouvement Research. Ze deed ook aan improvisatie met Steve Paxton, Lisa Nelson, Véra Mantéro, Andrew Arwood (contact improvisation) Frey Faust, Julian Hamilton en Simone Forti.
Van 1994 tot 2001 danst ze met Felix Ruckert te Berlijn, Yann Lheureux en Emmanuel Grivet alsook Michèle Murray in Frankrijk en Gilles Monart in België, waar ze gedomicilieerd is sinds september 2000.
In 2001 werkt ze als danseres en choreografe met het Antwerps collectief U.F.A.C. aan “Orpheus in the dark”.
In 2000 realiseert ze een choreografisch en theatraal werk met de titel “Chambre”, tijdens het festival van het kasteel van Rivoiranche bij Grenoble. Hieraan nemen acteurs, dansers, choreografen, muzikanten en plastisch kunstenaars deel . In 2001/2002 richt ze haar eigen compagnie op in Brussel en produceert “Sans queues ni têtes” en “Motion Pictures”.

Wouter Krokaert (België)

Tekenaar en danser/performer. Studeert in 1996 af als grafisch vormgever aan Hogeschool Sint-Lukas Brussel en behaalt er zijn aggregaatsdiploma in 1997. Hij begint datzelfde jaar te werken met Meg Stuart, Gary Hill en Damaged Goods aan de dansvoorstelling ‘Splayed mind out’. In 1998 volgt hij het ‘Performance Education Program’ o.l.v. David Hernandez en georganiseerd door Klapstuk in Leuven. In 2000 /2001 neemt hij deel aan het project ‘Au bord des métaphores’ van Rachid Ouramdane . Op het KunstenFESTIVALdesArts te Brussel in mei 2001 is hij te zien als performer in ‘Present Absence’, een werk van de New Yorkse kunstenares Claude Wampler. In 2002/2003 werkt hij met Emmanuelle Huynh aan het project ‘Bord’, waarin dans samengaat met teksten van C. Tarkos en een installatie van de beeldend kunstenaar Nicolas Floc’h en eveneens aan de dansvoorstelling van Christian Rizzo ‘Avant un mois je serais revenu et nous irons ensemble en matinée, tu sais, voir la comédie où je t’ai promis de te conduire’. Naast zijn activiteiten als danser blijft hij zijn werk als tekenaar verderzetten. Zo werkte hij vroeger o.a. voor de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis te Brussel, maakte hij tekeningen voor de tentoonstelling ‘Le cas du sac’ die van 7 oktober 2004 tot 20 februari 2005 te zien is in het Musée des Arts Décoratifs in Parijs, en werkt hij momenteel aan het boek ‘Paysage avec Jeanne’ met Jeanne Le Peillet. Een constante in dit verhaal is het werken met beelden, dat dit nu gebeurt op papier, met zijn eigen lichaam in de ruimte of met video, zoals dat ook gebeurde bij Rachid Ouramdane en voor de tentoonstelling ‘Brussel Retour’, die hij samen met Annelies Vaneycken vormgaf in het Vlaams Parlement.